René heeft zelf een geweldig jaar achter de rug. In 2010 werd hij genomineerd voor de Televizier Talent Award. En zo vrolijk als René overkomt op tv, zo probeert hij zijn leven ook in te vullen. „Als ik het al niet naar mijn zin heb, dan moet 98 procent van Nederland zich bijna een soort Antonie Kamerling voelen.”
René vermaakt zich ook kostelijk als hij zijn collega’s op tv ziet. De programma’s van Jack van Gelder, De Wereld Draait Door, Pauw en Witteman… „Zie je daar zo’n Marco Borsato. Die heeft zoveel meegemaakt. Nou, als ik er had gezeten hadden de tranen over mijn wangen gerold. Van het lachen. Die man moet in een oorlogsgebied gaan wonen, Kongo of zo.”
Ik erger me er niet aan hoor, ik moet er enorm om lachen. Bij Pauw en Witteman en DWDD is iedereen met zichzelf bezig. Ik heb het idee: dan zitten ze half naar Marco te luisteren, en verder te denken: "wat ga ik zo vragen of doen", ze lullen langs elkaar heen”.
De tv-persoonlijkheid geeft ook lezingen. "Ik word ergens gevraagd omdat ik bijna overal anders tegenaan kijk. Bedrijven geloven in communicatie, ik geloof daar niet zo in. Het is lekker te praten met iemand die je begrijpt, dat is communicatie. Anders is het zonde van je tijd". Als mensen na afloop van een lezing zouden zeggen ’je slaat wartaal uit’, ik vind het goed. Het zal mijn dag niet anders maken.”
René heeft ook een aparte thuissituatie. Zijn vriendin en zoon wonen vlakbij, maar niet in hetzelfde huis. "Alleen wonen heb ik denk ik gewoon nodig, dat thuis de hectiek stopt. Er gebeurt niks, niemand zegt wat. Heerlijk.”
Hij grijpt terug naar het bijna afgelopen 2010: „Het was een leuk jaar. Voor Voetbal International een doorbraak.”
Het hele interview is verder te lezen in de telegraaf.
Bron: De Telegraaf